AcuteZorg.nl

woensdag 24 december 2008

Bloedtest per smartphone ?


Wetenschappers zijn er in geslaagd een smartphone te modificeren zodat er bloedtest mee gedaan kunnen worden.

Je kunt hier van alles van vinden hetgeen op een aantal sites dan ook te lezen valt.
Op een van deze sites reageerde ik vanuit een "leken-positie" ongeveer als volgt :

Door de groeiende zorgbehoefte en het chronisch tekort aan personeel voor de zorg, is er de komende jaren sterke behoefte aan innovatiekracht. Los van allerlei beperkingen van de techniek in betreffende artikel, is het in die zin een goede ontwikkeling. Het kan in bepaalde situaties het patiëntenverkeer (met soms ingrijpende gevolgen voor patiëntengroepen en hun mantel) verlagen, werkdruk verminderen voor beroepsgroep, waardoor meer patiënten te behandelen zijn en routinewerk terugdringen.

Peter Schwarz werd ooit (bijna 10 jaar geleden) uitgelachen om bijgaand interview, vooral door banken en de media, het resultaat kennen we inmiddels allemaal .:
http://www.youtube.com/wa...p;feature=player_embedded


De inzet van Mobile voor de gezondheidszorg zal denk ik de komende jaren aan effect gaan winnen. Niet alleen door mobiel internet, maar ook door toepassingen welke op mobiele technologie stoelt vorm en inhoud te gaan geven.
Deze ontwikkeling zal denk ik hand in hand gaan met ontwikkelingen op het gebied van Zorg 2.0, zelfhulp-groepen en het bewustwordingsproces binnen de zorg van de mogelijkheden die deze technieken ons kan bieden.
Vanuit verschillende "hotspots" zal er zowel van binnen uit de zorg, maar ook door expertise van buiten en een "technical push" interessante dingen gaan gebeuren in de komende 3 jaren.
Wij zullen deze blijvend op de agenda zetten, niet alleen door onze community (www.acutezorg.nl) welke binnenkort live gaat, maar ook door het organiseren van off-line events, waarover binnenkort hier meer te lezen valt.
2009 zal daarbij denk ik in het teken van de awerness komen te staan binnen de zorg, waarbij naast evenementen- en congresbureau's ook de consultancy de zorg zal dwingen na te gaan denken over dit toepassingsgebied.  Dit, in combinatie met een aantal "evangelisten"  zoals Jan Kremer, Jay Parkinson (of zijn homepage) en een groeiend aantal anderen uit de zorg zelf, zal een behoorlijke boost geven.  Over de laatste volgt vanonder de kerstboom een afzonderlijke blogpost van mij, daar hij in zijn praktijk naar mijn idee de essentie van de noodzakelijke omwenteling raakt.

Ik wens het de patiënt en ons zelf in ieder geval van harte toe.



woensdag 3 december 2008

Gebruikers-empowerment


De belangrijkste randvoorwaarde voor een geslaagde implementatie naast een reële behoefte en de kwaliteit van de oplossing is vooral het draagvlak van de gebruiker. Een technical push is handig en werkt vooral inspirerend. Bij het maken van de oplossing dient voortdurend de behoefte en expertise van de professional voorop te worden gesteld. Zij moeten er immers mee werken als "het project" is afgelopen en de karavaan verder trekt naar de volgende uitdaging.

Ik heb het zelf mogen meemaken, sterker nog ik ben er zelf voor verantwoordelijk geweest. Mooie oplossing, grote impact, paar "trekkers" er bij, maar naar later bleek onvoldoende aangehaakt bij de grote groep. Het gevolg laat zich raden.

In iedere "projectgroep" of hoe we ze ook allemaal mogen noemen hoort eigenlijk een oververtegenwoordiging van de gebruikers te zitten, terwijl we eigenlijk juist vaak zien dat 1 persoon geacht wordt "de achterban" te vertegenwoordigen.

Ook bij ons intern vinden de nodige veranderingen plaats, een goede borging van het gebruikersbelang is daarbij van zo'n groot belang dat het wellicht voor een soort van gebruikerspanel vraagt. Aan de andere kant moeten we ook uitkijken niet te ver van de praktijk af te gaan staan en juist bureaucratie in de hand werken in plaats van terugdringen.

Gewoon de mensen die het gaan gebruiken mee laten denken, mee laten ontwikkelen, mee laten testen en samen de oplossing creëren; co-creëren. Wat is nog mooier dan een gebruiker enthousiast met het idee aan de haal te zien gaan en dat deze het op zijn of haar afdeling gaat verkopen. Ik heb ook dat een aantal keren mee mogen maken en ik mag inmiddels dan graag op de tweede rij zitten te klappen bij de start. Het zoeken van de juiste balans is een mooi proces.

Hetzelfde geldt ook voor de hele discussie rondom EPD, of over Zorg 2.0. Ik vertel het dagelijks aan wie het (al dan niet) horen wil : veranderingen, implementaties en cultuurbijstellingen moeten écht van binnen uit komen anders zijn ze kansloos, al dan niet op de lange(re) termijn.

Volgens Dr. Margo Brouns (lector Zorginnovatie aan de NHL) vandaag in Mediaplaza tijdens het congres "Zorgverleners worden zorgondernemers" mislukken ICT-projecten veelal door juist dát gebrek aan draagvlaken en oprechte betrokkenheid.
Op Frankwatching schreef Denise Lappain een mooi verslag van deze bijeenkomst.

Zij ging vandaag ook in op de vraag hoe om te gaan met wat ik graag co-regie noem, wat is je rol daarbij wanneer doe je wel iets en wanneer niet en laat je het aan de patiënt zelf.

Het mooie is dat Brouns hierbij vooral ook in gaat op de rol van de verpleegkundigen en niet alleen de medici. Deze uiterst belangrijke groep houden wij vanuit onze rol als Acute Zorgregio Oost ook bijzonder scherp betrokken, niet alleen doordat wij een werkgroep Traumaverpleegkundigen ondersteunen, maar daarnaast bijvoorbeeld ook in de vorm van een symposium wat wij op 5 maart 2009 organiseren over de rol van de verpleegkundige binnen de acute zorg.


Er is echter nóg een groep die die vaker vergeten wordt : de (beleids)ondersteuners. Daarover in een toekomstige blogpost binnenkort meer, maar wij proberen ook voor deze groep aandacht te hebben door ze bijvoorbeeld binnen de community www.acutezorg.nl een duidelijke plek en rol te gaan geven.

Er is nog veel te doen : doe het vooral samen !

(bovenstaand beeld van Artihove kreeg ik ooit en vat de kern van deze blogpost mooi in 1 plaatje samen)

maandag 1 december 2008

Op de koffie met vlaai bij Minister Maxime Verhagen


Vandaag ontving de Minister van Buitenlandse zaken een 4-tal twitteraars.

Twitteraars ? Twitter (zie onderaan voor uitleg) is een zogenaamde Sociale Media toepassing, een soort “chatten” maar dan anders. In maximaal 140 karakter vertel je wat je aan het doen bent, of welke vraag je wilt beantwoorden.

Naar aanleiding van de vraag hoe hij zijn werk beter uit kon leggen is Maxime Verhagen is door zijn woordvoerder Bart Rijs gewezen op de mogelijkheden welke Twitter zou kunnen bieden.

Het gevolg : zowel bij binnenlandse als buitenlandse bezoeken geeft de minister kort aan waar hij mee bezig is, wat hij gaat doen en stelt daarover soms ook vragen middels zijn accountnaam @maximeverhagen, hoe kan het ook anders.

Meteen na de start van zijn Twitter startte de discussie of hij het wel écht zelf zou zijn. Hij was daar snel helder in; “meestal doe ik het zelf, soms mijn assistent, maar ik geef zelf aan wat er op gezet moet worden dan.” In de praktijk blijkt dat hij het nu vooral zelf doet. Ook omdat hij er het voordeel en nut van ziet : in contact komen met een (deel) van de samenleving op een laagdrempelige manier. Op mijn vraag (@zorg20) hoe hij omgaat met het ongeloof antwoordde hij : “als we elkaar al niet meer geloven op ons woord waar gaat het dan heen met ons”.
Wat hem verder opvalt is de vriendelijke toon van het medium, dat komt wellicht omdat het moeilijk(er) anoniem te doen is. Bovendien kun je er voor kiezen om iemand wel of niet te “volgen”, waardoor in het laatste geval de lol snel over is als het uit de hand loopt.

De overige Twitteraars die aanwezig waren prezen hem vooral voor het initiatief om hiermee te startte. Het geeft de Minister een “gezicht”, je krijgt als van zelf een beeld van de werkzaamheden en wat hem bezig houdt, maar ook van de werkbelasting. Tijdens de ontmoeting kwam dan ook “de tas” op tafel, die weliswaar nóg leeg was, maar rond de klok van 18.00 uur aardig gevuld zou zijn. We zien hem regelmatig aangeven ’s-avonds nog even aan deze tas te gaan beginnen. Ondanks dat er ook aandacht is voor standpunten van de minister in bepaalde zaken is het een “kleurloos” medium, er wordt niet of nauwelijks over politieke standpunten gesproken, maar vooral met een door de mens Maxime Verhagen. Soms is er ook aandacht zaken buiten het werk. Zoals toen hij aangaf aan een heerlijke maaltijd mosselen te gaan beginnen; mijn verzoek “dit vraagt voor een foto” leverde een mooie foto van de mosselpan op met op de achtergrond een Pinot Gris. Interessant is de reden die hij aangeeft : ik wil graag laagdrempelig in contact komen door middel van de inzet van deze mooie techniek.

Technisch was het bijzonder mooi om te zien hoe een van de collega “Tweeps” middels zijn mobiele telefoon, laptop en digitale camera een real-time live verbinding opzette aan de tafel van de minister. Gevolg : bijna 80 kijkers welke LIVE de bijeenkomst volgden en vragen konden stellen. Het geheel is ook nadien nog te bekijken via soort van “uitzending gemist-link”. Power to the people dus, burger journalistiek in optima forma.

Terug naar mijzelf. Wat moet een zorg-ondernemer nou aan tafel bij de Minister van Buitenlandse zaken ?

Het antwoord zit omsloten in de volgende vraag :
Wat is de overeenkomst tussen Maxime Verhagen, Emile Lohman, Cees Sterk en Jan Kremer en Zorg20. Antwoord : allen zoeken wij aansluiting met onze doelgroep.

Emile Lohman, onze Bestuursvoorzitter is recent verkozen tot “Influencer of the Year 2008” voor zijn rol binnen de gezondheidszorg en de manier waarop hij de reorganisatie op heeft gepakt en de patiënt weer een juiste plek geeft in ons huis. Cees Sterk (Algemeen Directeur Maaslandziekenhuis en overigens ook op twitter : @ceessterk) eindigde op een hele mooie tweede plaats en Jan Kremer (binnen UMC St Radboud Hoogleraar Gynaecologie en initiatiefnemer Virtuele IVF-poli) op een goede derde plaats.

Alle 3 kom ik in verschillende hoedanigheden tegen Cees Sterk via onze wederzijds blogpostings, de andere twee natuurlijk regelmatig live. Alle vier hebben we de ambitie om de kracht van de patiënt op een hoger plan te tillen door een betere informatievoorziening en het creëren van een patiëntgedreven zorgproces. Hierbij niet alleen de patiënt en zijn omgeving serieus nemend, maar ook balans brengen in de manier waarop hij of zij mee de regie voert op het ziekteproces; hún ziekteproces. Zoals bijvoorbeeld Maarten Lens-Fitsgerald die op (www.maartensjourney.com) zeer uitvoerig publiceert over zijn ziekteproces. Ik schreef hierover recent nog een blogpost over hem.

Als Acute Zorgregio Oost (uitgevoerd door het UMC St Radboud) proberen we ons steentje hieraan bij te dragen door een online community op te zetten (www.acutezorg.nl) waar voor zorgprofessionals veel informatie te vinden is over de acute zorg. Deze bieden we dan aan door inzet van nieuwe media (podcasts, vodcast, weblogs, RSS-feeds, Twitter etc) hierdoor ontstaat ervaring met en gemak door de kracht van deze manier van informatievergaring. Daarnaast probeer ik langs diverse wegen dit soort mogelijkheden in onze ambitie als Academisch Ziekenhuis om “beter te worden” te vervlechten. Op advies van Marco Derksen van Marketingfacts verdiepte ik mij in Twitter. Dit bezoek is onderdeel er van, als u dit leest is ben ik er in geslaagd hij bij u onder de aandacht te brengen.

De patiënt doet ons dit al voor en gebruik internet als volwaardige informatiebron. Door deze zaken te combineren ontstaat er ook een betere balans in informatie tussen de zorgaanbieder en de doelgroep.

Daarmee zijn we weer terug bij Maxime Verhagen; ook hij zoekt actief zijn doelgroep op om zijn werk nóg beter te kunnen doen. Begin komend jaar houden we een conferentie over de inzet van Zorg 2.0 (zoals wij het graag noemen). Hij zou een mooie spreker zijn ;-)

Deze minister verdient een dikke pluim voor het initiatief waar navolging verdient door andere bewindslieden of bijvoorbeeld kamerleden. Maar ook voor Medici, verpleegkundigen en beleidsondersteuners is het goed om zich eens te verdiepen in de mogelijkheden welke hierdoor geboden worden door wat men web 2.0 noemt. Waarschijnlijk gebruikt u het al meer dan u denkt voor bijvoorbeeld het boeken van vakanties of bestellen van boeken of van uw koffie.

Lucien Engelen

Meer info :

www.twitter.com/maximeverhagen

www.azo.nl/blog.htm

donderdag 27 november 2008

Twee regisseurs voor één film ?




Maarten Lens-FitzGerald, een gedreven marketeer, heeft kanker, tussen zijn longen. Hij noemt zijn tumor Theo. Na een routinebezoek in juni aan zijn arts vanwege kortademigheid werd deze diagnose gesteld.

Maarten heeft “iets” met internet en nieuwe media en dat is goed te merken aan zijn weblog. Hierop publiceert hij zijn ervaringen tijdens zijn ziekteproces, doet hij verslag van zijn bezoeken aan het ziekenhuis, zijn ervaringen tijdens de chemo-kuren,  zet röntgenfoto’s online en deelt die zo met velen die zijn site bezoeken.  Dagelijks heb ik (en vele anderen) met hem contact via Twitter.

Zelf zoekt én vindt hij daarnaast veel adequate informatie op internet waarover hij denkt en schrijft.

In november stond een PET-scan op het programma die uit moest wijzen of de behandeling effectief is geweest. Uit de resultaten hiervan bleek aanleiding voor het nemen van een Biopt uit de longen middels een Bronchoscopie. Per e-mail overlegde hij (met behulp van aangeleverde foto’s en verslagen aangeleverd door het ziekenhuis) nog met een van de allerbeste specialisten ter wereld -als second opinion- of dit verstandig was en besloot vervolgens over te gaan tot de Bronchoscopie.

Maarten filmde vervolgens deze hele behandeling (althans een begeleider van hem) en zette de video van de behandeling online. Chapeau aan Maarten maar ook aan de specialisten en Ziekenhuis die dit toe stonden. Begin december krijgt Maarten de uitslag.

Het bovenstaande geeft aan wat de zorg te wachten staat :

1.     Patiënten zoeken met behulp van internet informatie over hun ziekteproces en vinden die informatie ook;

2.     De patiënt praat niet alleen meer in gesprekken over zijn ziekteproces, de betrokken artsen en zorginstellingen maar schrijft, discussieert hierover ook op internet;

3.     Patiënten willen meer en meer zelf betrokken worden bij de te maken keuzes over hun ziekte, zij hebben daarbij ook informatie en een mening. Zij willen samen met de arts(en) de regie voeren;

4.     Patiënten kiezen op basis van wat ze horen, lezen en ervaren steeds vaker zélf de behandelend arts of zorginstelling. Hierbij maakt het advies van bijvoorbeeld de huisarts en belangrijk onderdeel uit, maar niet langer uitsluitend.

In toenemende mate zal hierdoor een andere verhouding gaan ontstaan tussen  de arts en de patiënt. Er zal een gelijkwaardige relatie gaan ontstaan.

Terug naar Maarten, waarom doet hij dit eigenlijk ? Los van de ondersteuning welke hij door middel van het internet spontaan krijgt (door vreemden, vrienden en lotgenoten) wil hij proberen hiermee de Medische wereld te laten zien wat mogelijk is, waarop ze zich voor moeten bereiden, hoe ze nog beter kunnen zijn en worden.

Ik ben van mening dat we in een transitiefase zitten waarbij de “nieuwe garde” artsen thans in opleiding in ieder geval de kracht van internet reeds kennen. Zij zijn de Digital Natives, ik beschouw mezelf als een Digital Migrant. Uiteraard zijn er uitzonderingen op die regel, maar doorgaans zitten de mogelijkheden nog niet in “het systeem”. In de opleidingen Geneeskunde zou rondom het thema communicatie ook aandacht moeten zijn voor de rol van internet om kaders en handvaten neer te kunnen leggen in het curriculum. Maarten ondersteunt die gedachte volmondig.

Wij proberen te ondersteunen door onder andere het inzetten van een online community rondom thema acute zorg (www.acutezorg.nl) welke binnenkort “live” zal gaan. Het merendeel van wat ik hier schrijf heeft weinig van doen met de acute zorg.  Waarom wij desondanks het initiatief genomen hebben kunt u nog nalezen in deze blogpost.

Is Maarten maatgevend ? Nee, zeker niet. Hij is speciaal in álle opzichten. Hij kent de kracht van het internet als medium, en heeft ongewild de ervaring als kankerpatiënt en heeft daarnaast de “guts” en de gave hier op een zeer open manier mee om te gaan. Samen proberen we uit te vinden hoe de ambitie van Maarten en die van ons in deze maximaal effect kan hebben. Op naar een nog betere zorg.

Op Maartens’ weblog die hij toepasselijk “Maartens Journey” heeft genoemd is te zien hoe hij vorm en inhoud geeft aan zijn eigen ambitie en behoefte.  Ik nodig jullie graag uit dit reisverslag eens te lezen.

http://maartensjourney.com/

 

 

maandag 24 november 2008

Acute zorg vindt oplossing voor digitale versnippering.

Relevante informatie over de acute zorg is op internet lastig te vinden. Het versnipperde aanbod is hier debet aan, zo bleek uit een inventarisatie door de Acute Zorgregio Oost. Bovendien ontstonden met de totstandkoming van de acute zorgregio’s op verschillende plaatsen in het land initiatieven om beschikbare informatie te delen met elkaar. Tijd voor het openen van een digitale kennispoort.

Deze online community is een plek in opbouw. De basis wordt gelegd met het samenbrengen van relevante informatie om zo de toegankelijkheid en beschikbaarheid daarvan te verhogen. Zorgprofessionals als medici, paramedici, verpleegkundigen en ondersteuners vinden in deze ‘database’ datgene wat ze zoeken, ofwel een doorverwijzing naar een andere bron. Een snelle, effectieve en handzame manier om de informatie en de vragende partij bij elkaar te brengen.

Daarnaast zien we dat ook de patiënt en zijn omgeving steeds vaker gezondheidsgerelateerde informatie zoekt én vindt via het internet. Voor veel zorgprofessionals is de manier waarop, en de omvang waarin zij dat doen nog onvoldoende bekend. In de presentaties die wij hierover in zorginstellingen geven, blijkt telkens weer dat de weg van het internet nog niet in “het systeem” van veel professionals zit. Anders is dat voor veel patiënten, die natuurlijk in aantal groter zijn (100:1).

Wij, de zorg, kunnen nog veel bewuster omgaan met de mogelijkheden die het internet biedt en zo beter inspelen op de behoefte van de patiënt. Nieuwe media als weblog, podcasts, vodcasts, twitter, RSS-feeds en LinkedIn kunnen ons ondersteunen bij het geven van informatie, maar vooral ook bij het uitwisselen van ervaringen, het vergemakkelijken van ziekenhuisopnames etc.

De online community op www.acutezorg.nl biedt de zorgprofessional daarmee én de mogelijkheid om snel en effectief aan informatie te komen én om ervaring op te doen met de brede mogelijkheden van internet.



De researchgroep AZO zal onderzoeken wat de effecten zijn van het gebruik van nieuwe media op thema’s als gebruiksgemak, effectieve(re) informatievergaring en 
patient empowerment.

Ook zal getracht worden het gebruik van en de kennis over de rol van internet binnen de zorg te borgen binnen het Curriculum van de opleidingen.

Meer over dit initiatief is terug te vinden op het Zorginnovatieplatform en in deze blogpost uit oktober.

Lucien Engelen, Hoofd Acute Zorgregio Oost

Op twitter : @zorg20


zaterdag 22 november 2008

Koffie 2.0

Zaterdagochtend half negen. Met een vrolijke "ping" dient zich het ochtendmail-ritueel aan. Kop koffie in linkerhand, iPhone in de rechter, eens even zien wat de ochtend brengt voor de zaterdag écht gaat beginnen.

"Waarschuwingsbericht : capsules bestellen" kopt een van de mailtjes wat dan ook direct mijn aandacht trekt.

Ik hou van goede koffie, zowel thuis als op het werk. Koffie is in onze cultuur belangrijk, naar mijn mening zelfs belangrijker dan bijvoorbeeld in de Italiaanse cultuur. Op weinig plaatsen in de wereld krijg je bij elke ontmoeting, vergadering, bezoek vrijwel altijd koffie aangeboden.
In een van de eerste blogposts schreef ik al over het belang van koffie bij onze taak. 

Ik kocht dan ook zelf een mooi apparaat waarmee we tevens een nieuwe bureaumedewerker in huis haalden ;-). 
Na wat online-formulieren invullen en wat vinkjes zetten was ik er klaar voor. Wat in die periode echter ook gebeurde realiseerde ik mij pas écht veel later.  Op enig moment kreeg ik-uiteraard-  mail van "de Club" met mooie aanbiedingen, bijzondere smaken en vooral sfeer. 
Een tijdje later echter kreeg ik een mailtje dat ik mijn apparaat nu zoveel had gebruikt dat ik het binnenkort moest ontkalken met het bijgeleverde ontkalkingensetje. Om die reden zouden ze mij bij de volgende bestelling automatische een nieuw setje meeleveren.  Daar was over nagedacht! Prima! Chapeau!

Het mailtje van vanochtend ging nóg verder, ze gingen er van uit dat mijn capsule-voorraad bijna op was en wilden mij er aan herinneringen vooral te bestellen om niet zonder te komen zitten. 
Laat ik nou net vrijdag jl inderdaad het laatste doosje hebben aangebroken !

Of ik maar even op de link wilde klikken, aan wilde geven wat ik wil hebben; zorgen zij voor de rest en is mijn bestelling over één dag keurig in huis.

Ik hoef het huis niet uit, hoef geen faxmachine te zoeken (bestaan die nog ?)  of telefoontjes te plegen, nee gewoon op zaterdagochtend met een kop koffie in de linkerhand nét voor de ochtendbladen en feeds.

Stel je eens voor : je hebt een afspraak gemaakt met de arts om over 6 weken terug te komen en je moet vooraf nog bloedprikken. Een mailtje 5 dagen van te voren attendeert je hier nog even op en geeft je de mogelijkheid aan te geven wanneer je dat wilt komen doen. Dan zorgt het ziekenhuis door flexibele planning dat er voldoende mensen zijn om wachttijd te voorkomen. 

Of in een mailbericht ontvang je daags van te voren de plattegrond naar de afdeling waar je moet zijn voor een onderzoek, met daarbij nog de nodige achtergrond-informatie.

Wellicht is het voor de apothekers mogelijk om samen met de huisartsen een week voordat medicijnen op zijn een mail te sturen om even contact op te nemen voor een herhaalrecept, of als de klachten nog niet helemaal over zijn dit even per mail door te geven waarna de pillen direct klaargelegd of zelfs thuisbezorgd worden.

De koffie-club doet het ons al voor, net zoals overigens mijn autodealer die mij een mailtje én een sms stuurt dat de auto klaar is in de werkplaats, na een beurt. Of ik even aan wil geven of ik hem vanavond of morgenochtend kom omruilen. Maar ja; zij zijn dan ook dealer van het jaar : vreemd ?

donderdag 6 november 2008

Wat is een acute Zorgregio ?




Nieuwe ontwikkeling in gezondheidsland: acute zorgregio’s.


Met de WTZi als basis gaf VWS de elf traumaregio’s de opdracht overleg te initiëren rondom de acute zorg in de regio: het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ). Hierbij treden de centra niet in de individuele verantwoordelijkheid van de verschillende zorgpartijen, maar moeten zij het proces stimuleren en gaande houden, en gemaakte afspraken bestuurlijk borgen.


De partijen
In dit overleg nemen alle zorginstellingen die op basis van voornoemde wet betrokken zijn bij de acute zorg deel op Raad van Bestuursniveau. Hierbij gaat het om de (academische) ziekenhuizen, de huisartsen(posten), Regionale Ambulance Voorzieningen, de verloskundigen, de apotheken, instellingen voor de Geestelijke Gezondheids Zorg en de Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen.

De regio aan het roer
In feite is dit overleg, alsmede het bijbehorende gewicht, het antwoord van het kabinet op de jarenlang geuite wens om de dingen vooral niet in Den Haag te verzinnen, maar het aan de regio zelf over te laten. Immers dáár ligt de kennis van de regionale situatie die in Alkmaar anders is dan op de Mookerheide.

1.     Doelstelling is om (vooralsnog) de pre-hospitale acute zorg te optimaliseren. Dit vindt plaats door het in kaart brengen van de zorgpaden die de patiënt  doorloopt op in eerste instantie vijf landelijk overeengekomen ziektebeelden (het acuut myocardinfarct, acuut CVA, de acute verloskunde, acute psychose en het acute heuptrauma). Interessant is het om daarbij de definitie te bezien die VWS hierbij geeft van ‘pre-hospitaal’: tot en met de SEH.

2.     Naast het in kaart brengen van deze zorgpaden en het optimaliseren ervan, brengt het ROAZ ook het aanbod, de vraag én de toegeleiding naar deze zorg in kaart. Eventuele blinde vlekken zullen leiden tot overleg met een regionale aanpak als voorziene uitkomst.

3.     In geval van beëindiging, verplaatsing, fusie, et cetera van zorginstellingen kan de Minister van VWS het ROAZ om advies vragen over de situatie vóór en ná de voorgenomen transitie. Allereerst is het dan aan het ROAZ om te bezien of en hoe eventuele vraagstellingen opgelost kunnen worden. Bijvoorbeeld door het inzetten van een extra ambulance bij een ziekenhuislocatie die als electieve kliniek verdergaat, en wie de kosten hiervoor zal dragen. In het uiterste geval kan de Minister een aanwijzing geven aan een zorginstelling.

4.     Een andere taak van deze regionale netwerken is het verdelen van middelen ten behoeve van bijvoorbeeld Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) in het kader van de voorbereiding op rampen en crises.


Van traumazorg naar acute zorg
Met bovenstaande taken voor ogen ontstaat een doorontwikkeling in de regionale netwerken, wat de traumaregio’s altijd waren, naar netwerken ten behoeve van de acute zorg. Vandaar dat de Traumaregio Oost (TRO) reeds per 1 juni 2008 in een van de ROAZ-vergaderingen werd omgedoopt tot Acute Zorgregio Oost (AZO).  Niet alleen een cosmetische operatie (op bijvoorbeeld de website www.azo.nl), maar vooral een verschuiving van het taakgebied en werkingssfeer verankerd in de visie en de voorgestane missie.

Sleutelwoorden
Het ROAZ stimuleert de samenwerking van de partijen die betrokken zijn bij de acute zorg in de regio. De volgende aandachtspunten geven het bereik van het overleg treffend weer: overleg, onderzoek, protocollering en wellicht onderwijs in de ruimste zin des woords.

ROAZ op weg
Een klein jaar na de start van deze nieuwe ontwikkeling beginnen langzaam de contouren van het verbeterpotentieel zichtbaar te worden. Het is bijzonder te zien hoeveel potentieel er aanwezig is als er (meer) samengewerkt zou gaan worden. Hoeveel meer kracht uit een integrale blik op de zorg aan de acute patiënt gehaald kan worden. Immers deze patiënt hééft niets te kiezen. Hij of zijn mag uit gaan van onze maximale inspanningen.

Gaat het dan slecht zult u zich afvragen ? Iedereen kan denk ik twee of meer voorbeelden opnoemen waar en hoe het beter  kan in de samenwerking binnen de zorg. Tussen afdelingen en zorgpartijen onderling, in de manier waarop voorlichting plaats vindt en over keuzes die worden gemaakt.

Juist hier zal het ROAZ zijn meerwaarde (gaan) hebben. Doordat vraagstukken feitelijk worden voorgelegd aan een multidisciplinair panel op regionale schaal, waarna gemaakte afspraken ook bestuurlijk worden geborgd groeit de samenhang, ontstaan er meer kansen en nemen de mogelijkheden tot innovatie toe. Waarschijnlijk ontstaat er tegelijkertijd ook een gezamenlijke drive tot verbetering. Vooralsnog zijn (bijna) alle zorginstellingen hiermee bezig. Grosso-modo echter vooral érg intern gericht, uitzonderingen daargelaten. Het gaat dus niet slecht, maar het kan wél beter.

Ook op andere manier proberen we de zorgpartijen samen te brengen :

·      door het initiëren van onderzoek op bijvoorbeeld aanrijtijden van ambulances, of aantallen behandelingen bij alle acute zorgpartijen, maar ook op de effecten van bijvoorbeeld een goede digitale overdracht van gegevens over de patiënt.

·      Door het organiseren van bij- en nascholing op belangwekkende thema’s of door middel van “events”. Waar mogelijk versterken Health Valley en AZO elkaar .

·      Door het ontwikkelen van expertise en kennis op ontwikkelingen die alle zorgverleners raken zoals Zorg 2.0 (Health 2.0 in buitenland)

·      Door het inrichten van een online community over acute zorg (www.acutezorg.nl) waar vanaf eind dit jaar veel informatie over de acute zorg in brede zin bij elkaar zal worden gebracht. Dit platform zal door middel van Nieuwe Media (e-mail, podcasts, vodcasts, RSS-feeds, twitter etc) de beroepsgroep over ontwikkelingen in en buiten de regio, nationaal zowel als internationaal op de hoogte houden. Tot die tijd informeren we geïnteresseerden via onze weblog op www.azo.nl/blog.htm.


Andere regio’s
In de tussenliggende tijd heeft ook de meest noordelijke regio de omzetting vanuit de traumaregio ingezet naar Acute Zorg Regio Noord Nederland; er zullen er ongetwijfeld meer volgen.
Binnen de koepelvereniging voor de Traumacentra (LvTC) worden afzonderlijke stappen besproken en gedeeld, onder andere door middel van Spoedzorgtafels, waar per regio de ontwikkelingen maar ook de vraagstukken aan de orde komen.

We zullen u regelmatig op de hoogte houden van de vorderingen, uitdagingen en kansen in dit netwerk.


Lucien Engelen, 

Hoofd Acute Zorgregio Oost

woensdag 5 november 2008

Patiënten blij met digitale poli

Op verzoek van Lucien Engelen onderstaand in een blogpost wat meer informatie op de Digitale IVF poli en mijn proefschrift hierover.

In 2003 is het UMC St Radboud gestart met een uniek project in de Nederlandse gezondheidszorg, de Digitale IVF Poli o.l.v. Prof Dr Jan Kremer.  De Digitale IVF Poli is een website voor paren die een reageerbuisbevruchting ondergaan. 

De site biedt hen de mogelijkheid om op elk moment van de dag hun eigen medische dossier in te zien. Daarnaast kunnen patiënten ook chatten met lotgenoten en kunnen ze berichten plaatsen op een speciaal internetforum.

Ik ben destijds als onderzoeker bij dit project betrokken geraakt en hoop dit onderzoek op 12 november a.s. met een succesvolle verdediging van mijn proefschrift af te ronden. In dit bericht enkele resultaten en conclusies.

We zijn dit project begonnen omdat we signaleerden dat patiënten geen goed inzicht hadden in hun eigen medische situatie. Inzicht dat hun behandelend arts wel had. Door dit gebrek aan kennis en informatie speelden ze slechts een passieve rol in het behandeltraject. Het ontsluiten van het medisch dossier en het daardoor versterken van de positie van de patiënt is één van de kerngedachtes geweest bij de ontwikkeling van de Digitale Poli. Een goed geïnformeerde patiënt maakt immers betere beslissingen. Ook kan hij zijn betrokkenheid bij de problematiek inzetten om de zorg voor zichzelf en voor zijn of haar lotgenoten te verbeteren.

De patiënten hebben sinds de start van de website massaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de site hun biedt. Ook zijn ze erg te spreken over de toegevoegde waarde van de verschillende onderdelen van de site. Voor maar liefst 96 procent heeft toegang tot het eigen medisch dossier toegevoegde waarde.

Ook het discussieforum viel met 77 procent erg in de smaak.

In het gebruik van de site zien we dat er eigenlijk drie soorten patiënten zijn: De een is vooral geïnteresseerd in het eigen medisch dossier en bladert hier naar hartenlust in. Een ander leest juist de teksten met algemeen geldende informatie over de IVF behandeling; de multimediale variant van de klassieke patiëntenfolder. Het derde type patiënt zoekt met name de interactie met lotgenoten en de medische professionals op. 

Deze interactie vindt dan vooral plaats in perioden waarbij ze niet meer naar het ziekenhuis hoeven te komen. Wanneer face-to-face contact ontbreekt is de meerwaarde van de website dus optimaal.

In mijn onderzoek hebben we ook onderzoek gedaan naar de eventuele effecten van de Digitale Poli op de patiënt. Voordat we aan de site begonnen werd ons vooral de vraag gesteld of al die informatie de patiënt niet angstig of depressief zou maken. Dit blijkt gelukkig niet het geval. Vanuit patiëntenperspectief is de website dus veilig. Graag hadden we ook willen aantonen dat de patiënt inderdaad een krachtigere rol in zou nemen binnen het behandelproces. Dit was immers het doel dat we nastreefden. Helaas hebben we dat niet aan kunnen tonen. Hoe groot je ambitie ook is, gedragsveranderingen zijn nou eenmaal moeilijk te realiseren.

Ondanks dat het ontbreken van aantoonbare effecten van de Digitale Poli een kleine domper is, is de site nog steeds in de lucht. Patiënten waarderen de site en maken er volop gebruik van. Hun enthousiasme maakt de Digitale IVF Poli een succes en motiveert ons om door te gaan op de ingeslagen weg.

Wouter Tuil 

dinsdag 4 november 2008

Het kind centraal in de acute zorg?


Op het 11e landelijke Congres van de Nederlandse Vereniging voor Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen staat  op 4 november het kind centraal. Na alle publicaties over gemiste signalen van kindermishandeling op de Spoedeisende Hulp geeft de beroepsvereniging met  dit congresprogramma een impuls aan de vroegtijdige herkenning van kindermishandeling en andere onderschatte problemen bij kinderen.

Het accent van het congres ligt niet zozeer op de medische behandeling van acute ziektebeelden bij kinderen, maar vooral de verpleegkundige rol in de begeleiding van ouders en kind krijgt aandacht. In de vorm van casusbesprekingen kan interactief geleerd worden van ervaringen met acute benauwdheid, verdrinking en kindermishandeling. Forensisch geneeskundige dr. Reijnders (VU & UvA) laat bijzondere verschillen zien tussen accidentele en toegebrachte letsels (kindermishandeling). Hierbij gaat het vaak om herhaaldelijke incidenten.

Na een eenmalige schokkende gebeurtenis, zoals een ernstig verkeersongeval, verkrachting,doding van een ouder of plotseling verlies (door suïcide) kan een kind posttraumatische klachten krijgen. Het Landelijk Psychotraumacentrum voor Kinderen en Jongeren, verbonden aan het Wilhelmina Kinderziekenhuis UMC Utrecht, biedt ondersteuning aan ouders en kinderen. Wat zijn posttraumatische klachten bij kinderen, hoe kun je specifieke ontwikkelingsgerelateerde stressklachten herkennen en hoe beleven kinderen pijn na een schokkende gebeurtenis zijn onderwerpen van deze lezing.

Dragen deze ontwikkelingen ook bij aan het centraal stellen van het kind in de keten van acute zorg? Weten we hoe de huisarts handelt bij het vermoeden van  kindermishandeling? En hoe signaleren ambulanceverpleegkundigen vroegtijdig kindermishandeling en ook hoe communiceren ze dat met andere partijen? Wat is de rol van bureau kind en jeugdzorg in de acute zorg?

Is de tijd al rijp voor behandeling in het Regionaal Overleg Acute Zorg met het onderwerp vroegtijdige herkenning van kindermishandeling? Dan staat ook het kind centraal in de acute zorg.


Drs. SAA Berben, Wetenschappelijk Onderzoeker

Acute Zorgregio Oost

vrijdag 24 oktober 2008

U mag NIET met elkaar praten over UW ziekte !!


Dat America het land van extremen is weten we al langer. Ik blijf mij er echter over verbazen (soms) hoe bont ze het maken.

Clay Shirky, Prof. op het gebed van interactieve Technologie & Cultuur aan de New York University gaf tijdens het Health 2.0 congress te San Fransisco een lecture over groepsprocessen.
Hij stond hierbij stil bij het effect wat groepsprocessen voor de gezondheidszorg kunnen beteken in relatie met het internet en hoe het voor een cultuurverandering vraagt. 
Volgens hem zal internet de gezondheidszorg op 3 manier beïnvloeden .


Zoals bekend nemen we vanuit de Acute Zorgregio Oost momenteel stappen om de informatie over de zorg rondom de Acute patiënt bij elkaar te brengen . Het effect van internet, voor de zorg rondom de acute patiënt vaak achteraf over de wijze waarop de zorg is verleend) is groot, dat wij menen in deze behoefte te voorzien.
Herbij gaat het is ons gebleken in de vele gesprekken in de afgelopen tijd vooral om de cultuur. Binnenkort verschijnen hierover een aantal artikelen van onze hand maar ik wil hier graag stil staan bij hoe het fout kan lopen. Dat doen de Amerikanen ons (weer) voor.

Er zijn een aantal zorginstellingen in de verenigde Staten die hun patiënten bij het sluiten van de (daar noodzakelijke) zorgovereenkomst er voor laten tekenen dat de patiënt NIET (ja u leest het goed) NIET met anderen mag spreken over zijn ziekte. Niet op feestjes, niet met familie, maar natuurlijk vooral NIET op internet.

Shirky wijst hierbij in zijn artikel nog naar het Vaticaan die in 1970 toen ze de "grip op de maatschappij" aan het verliezen waren, nog verklaarde "De mensen zijn de Kerk" . Het duurde nog tot begin 2000, toen stukje voor stukje door technologie en samenwerking een aantal zaken écht ter discussie kwam.

Zijn boodschap is dat de verhouding patiënt : zorgverlener 100:1 is, waarbij fouten op gebied van zorgverlening of bijvoorbeeld apparatuur in no-time aan de oppervlakte komen. Het kunnen negeren er van is een utopie. Net zoals het een utopie is om te denken dat de kracht van de patiënt om zijn/haar eigen zorgproces te regisseren niet gaat gebeuren.

Als "zorg" moeten we leren om te gaan met deze rolwisseling die ons juist kan helpen om de beter geïnformeerde patiënt nog beter te ondersteunen en doordat we minder tijd kwijt zijn aan standaard informatie verstrekking meer kunnen stil staan bij de echte vragen. Ook kan het ons helpen bij de uitdaging van de groeiende zorgbehoefte de komende decennia.


dinsdag 21 oktober 2008

Medisch toerisme een zorgelijke ontwikkeling?!

Momenteel wordt veel over veranderende zorg en de veranderende rol van de patiënt binnen de zorg gesproken. De patiënt zelf zoekt via internet uit welke diagnose aan zijn symptomen verbonden is. Net zoals hij kiest welke behandeling hij waar en door wie zal laten plaatsvinden. Op basis waarvan maakt deze patiënt de keuzes?



In het oerwoud van websites ligt het voor de hand dat je als patiënt snel op de juiste site terecht wilt komen. Officiële websites als www.kiesbeter.nl van het RIVM zijn vaak onvoldoende bekend. www.emedispace.com lijkt een overzichtelijke wereldwijde site waar je makkelijk kunt kiezen welke behandeling je waar wilt ondergaan. Er zit echter nog een flink gat tussen het aantal ziekenhuizen dat bij de site is aangesloten en het aantal ziekenhuizen dat er wereldwijd bestaat. Als patiënt stuur je toch ergens op. Je kiest wellicht voor een gerenommeerd academisch ziekenhuis of juist voor die ene kliniek, die zo’n prachtige reclame maakt op één van de commerciële zenders.



In Amerika heeft het bedrijfsleven zich in de keuzebepaling gemengd. Bedrijven sturen mensen naar specifieke (buitenlandse) klinieken om bijvoorbeeld een knieoperatie te ondergaan. Heerlijk, eerst sleutelen aan je binnenste, dan relaxen op een exotisch strand! De resultaten en kwaliteit van de zorg zouden er niet minder om zijn.







Het bovengenoemde Amerikaanse bedrijf onderhandelt nu over prijsafspraken met zorginstellingen in The States. Het zou mooi zijn om dezelfde kwaliteit van zorg te krijgen voor dezelfde lage prijzen. Wereldwijde concurrentie dus! Mexico’s grootste keten van privéklinieken heeft onlangs een deal gesloten met een Amerikaans bedrijf (www.healthtravelguides.com).



Projecteer dit naar Nederland: waar blijft de zorgverzekeraar in dit verhaal? Misschien staat de Europese wetgeving toe dat we zometeen voor iedere behandeling naar elke lidstaat kunnen gaan. Of de protocollen, kwaliteitseisen, opleidingseisen van de medisch specialisten, registraties en wachtlijstsystemen dan ook eenduidig en koppelbaar zijn, betwijfel ik.



De nazorg is eveneens een discutabel punt; wie behandelt de complicaties of is er sprake van een “all inclusive” prijsafspraak die ook de follow-up en eventuele complicaties dekt? Bedrijven als www.medicalescortservices.com of het Nederlandse www.wingsofcare.nl regelen graag uw terugreis, dus daarover hoeft u zich geen zorgen te maken.






Miranda Linders-Verstegen, Acute Zorgregio Oost








vrijdag 10 oktober 2008

Nieuwe impuls onderzoek spoedzorg

Deze week zijn de onderwerpen bekend geworden van de eerste gehonoreerde aanvragen in het spoedzorg programma ZonMW Het gaat om de zogenaamde preparatory grants 2008.

 

Vanuit de overheid en partijen in het veld lopen vele initiatieven om de samenwerking in de spoedzorg te verbeteren. Bij spoedzorg gaat het om alle urgente of dringende vragen van patiënten die niet langer dan 24 uur kunnen wachten op behandeling.  Het programma Spoedzorg, geïnitieerd door het Ministerie van VWS stelt zich onder andere ten doel kennisontwikkeling in de keten spoedzorg te stimuleren.

 

De preparatory grants 2008 zijn financiële aanvragen van veldpartijen en onderzoekers gezamenlijk. Het doel van deze aanvragen is om samen te komen tot een nader uitgewerkte onderzoeksopzet en subsidieaanvraag. Er kwamen 12 aanvragen voor ‘prep-grants’  binnen waarvan er zes gehonoreerd zijn door de programmacommissie.

 

De onderwerpen die een financiële impuls krijgen zijn:

  • efficiëntie en kosteneffectiviteit van trauma opvangmodellen,
  • organisatiemodel acute keten pijn op de borst,
  • taakherschikking,
  • keten spoedstandaarden,
  • protocoladherentie in prehospitale keten,
  • elektronisch feedbacksysteem voor professionals.

 

De projecten zullen uiterlijk 1 november aanstaande starten en lopen 1 april 2009 af. Opvallend is dat het aanbod van onderwerpen breder is dan bij de voorloper van dit programma, het GHOR onderzoeksprogramma van ZonMW. Nu zijn de onderwerpen geïnitieerd door meerdere professionele partijen en ketenpartners en daarmee lijkt het programma beter aan te sluiten op de behoeften in het spoedzorg veld.

 

Het is de vraag welke rol het patiëntenperspectief krijgt in de gehonoreerde projecten, deze hebben veelal het professionele perspectief als uitgangspunt. Net als u, zijn wij benieuwd naar de resultaten van deze impuls en kijken we  uit naar de eerste rapportages. Wat zal het ons gaan opleveren?

 

Sivera Berben, Acute Zorgregio Oost

 
") Add to Technorati Favorites