
Dat America het land van extremen is weten we al langer. Ik blijf mij er echter over verbazen (soms) hoe bont ze het maken.
"Échte ketenzorg begint met domeinloos denken."
Momenteel wordt veel over veranderende zorg en de veranderende rol van de patiënt binnen de zorg gesproken. De patiënt zelf zoekt via internet uit welke diagnose aan zijn symptomen verbonden is. Net zoals hij kiest welke behandeling hij waar en door wie zal laten plaatsvinden. Op basis waarvan maakt deze patiënt de keuzes?
In het oerwoud van websites ligt het voor de hand dat je als patiënt snel op de juiste site terecht wilt komen. Officiële websites als www.kiesbeter.nl van het RIVM zijn vaak onvoldoende bekend. www.emedispace.com lijkt een overzichtelijke wereldwijde site waar je makkelijk kunt kiezen welke behandeling je waar wilt ondergaan. Er zit echter nog een flink gat tussen het aantal ziekenhuizen dat bij de site is aangesloten en het aantal ziekenhuizen dat er wereldwijd bestaat. Als patiënt stuur je toch ergens op. Je kiest wellicht voor een gerenommeerd academisch ziekenhuis of juist voor die ene kliniek, die zo’n prachtige reclame maakt op één van de commerciële zenders.
In Amerika heeft het bedrijfsleven zich in de keuzebepaling gemengd. Bedrijven sturen mensen naar specifieke (buitenlandse) klinieken om bijvoorbeeld een knieoperatie te ondergaan. Heerlijk, eerst sleutelen aan je binnenste, dan relaxen op een exotisch strand! De resultaten en kwaliteit van de zorg zouden er niet minder om zijn.
Het bovengenoemde Amerikaanse bedrijf onderhandelt nu over prijsafspraken met zorginstellingen in The States. Het zou mooi zijn om dezelfde kwaliteit van zorg te krijgen voor dezelfde lage prijzen. Wereldwijde concurrentie dus! Mexico’s grootste keten van privéklinieken heeft onlangs een deal gesloten met een Amerikaans bedrijf (www.healthtravelguides.com).
Projecteer dit naar Nederland: waar blijft de zorgverzekeraar in dit verhaal? Misschien staat de Europese wetgeving toe dat we zometeen voor iedere behandeling naar elke lidstaat kunnen gaan. Of de protocollen, kwaliteitseisen, opleidingseisen van de medisch specialisten, registraties en wachtlijstsystemen dan ook eenduidig en koppelbaar zijn, betwijfel ik.
De nazorg is eveneens een discutabel punt; wie behandelt de complicaties of is er sprake van een “all inclusive” prijsafspraak die ook de follow-up en eventuele complicaties dekt? Bedrijven als www.medicalescortservices.com of het Nederlandse www.wingsofcare.nl regelen graag uw terugreis, dus daarover hoeft u zich geen zorgen te maken.
Miranda Linders-Verstegen, Acute Zorgregio Oost
Deze week zijn de onderwerpen bekend geworden van de eerste gehonoreerde aanvragen in het spoedzorg programma ZonMW Het gaat om de zogenaamde preparatory grants 2008.
Vanuit de overheid en partijen in het veld lopen vele initiatieven om de samenwerking in de spoedzorg te verbeteren. Bij spoedzorg gaat het om alle urgente of dringende vragen van patiënten die niet langer dan 24 uur kunnen wachten op behandeling. Het programma Spoedzorg, geïnitieerd door het Ministerie van VWS stelt zich onder andere ten doel kennisontwikkeling in de keten spoedzorg te stimuleren.
De preparatory grants 2008 zijn financiële aanvragen van veldpartijen en onderzoekers gezamenlijk. Het doel van deze aanvragen is om samen te komen tot een nader uitgewerkte onderzoeksopzet en subsidieaanvraag. Er kwamen 12 aanvragen voor ‘prep-grants’ binnen waarvan er zes gehonoreerd zijn door de programmacommissie.
De onderwerpen die een financiële impuls krijgen zijn:
De projecten zullen uiterlijk 1 november aanstaande starten en lopen 1 april 2009 af. Opvallend is dat het aanbod van onderwerpen breder is dan bij de voorloper van dit programma, het GHOR onderzoeksprogramma van ZonMW. Nu zijn de onderwerpen geïnitieerd door meerdere professionele partijen en ketenpartners en daarmee lijkt het programma beter aan te sluiten op de behoeften in het spoedzorg veld.
Het is de vraag welke rol het patiëntenperspectief krijgt in de gehonoreerde projecten, deze hebben veelal het professionele perspectief als uitgangspunt. Net als u, zijn wij benieuwd naar de resultaten van deze impuls en kijken we uit naar de eerste rapportages. Wat zal het ons gaan opleveren?
Sivera Berben, Acute Zorgregio Oost
Er bestaat géén wetenschappelijke onderbouwing voor de responstijd van 15 minuten, die geldt voor ambulances in geval van spoedritten. Dit concluderen wij als onderzoekers van het UMC St Radboud (IQ Healthcare en Acute Zorgregio Oost) in Nijmegen. Het onderzoek hebben wij uitgevoerd in opdracht van het ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
In geval van een 112 melding wordt op de ambulancecentrale de ernst van de situatie ingeschat. Op basis van urgentie geldt dan een norm waarbinnen de ambulance op de plaats van het ongeval moet arriveren. Bij een A1 melding, een melding met de hoogste urgentie, moet de ambulance binnen 15 minuten na melding ter plaatse zijn. Deze veldnorm geldt voor 97% van Nederland.
We komen tot de conclusies op basis van een literatuurstudie, interviews met experts waaronder ambulanceverpleegkundigen, centralisten, traumatologen en huisartsen, en een internationale oriëntatie. Naast dat er geen bewijs werd gevonden voor de 15 minutennorm, lijkt ook de relatie tussen de norm en het optreden van gezondheidswinst nog nooit onderzocht te zijn.
Responstijd is slechts één van de vele factoren is die de kwaliteit van zorg of gezondheidswinst bepalen. Volgens de geïnterviewde experts bestaat er een aantal aandoeningen waarbij zeer snel gereageerd moet worden. Het gaat dan om acute hartproblematiek en ernstige bloedingen. Hierbij dient binnen enkele minuten behandeld te worden. Een ambulance kan echter nooit zo snel ter plaatse zijn. Voor veel andere aandoeningen echter, is de responstijd veel minder belangrijk. In het geval van een gebroken been is het bijvoorbeeld niet levensbedreigend als de ambulance er niet binnen 15 minuten is.
Experts geven aan dat de effectiviteit van additionele diensten in de ambulancezorg onderzocht moeten worden evenals de uitbreiding daarvan. Hierbij kan gedacht worden aan firstresponders van de brandweer of de inzet getrainde burgers via sms-alerts gekoppeld aan de meldkamer ambulancezorg. Ook kan de beschikbaarheid van automatische externe defibrillatoren (AED) in openbare ruimtes en woonwijken hierbij helpen.
Ondanks de conclusie dat de factor tijd slechts één van de bepalende factoren is blijven er kansen liggen in vooral de verbeterde samenwerking tussen ambulancediensten en huisartsen. Wellicht kunnen ook verbeteringen doorgevoerd worden door betere communicatie tussen verschillende hulpdiensten. Inzet van breed beschikbare technische mogelijkheden kunnen hier een goede ondersteuning zijn.
Voordat beleidsmaatregelen worden genomen ten aanzien van de responstijd van ambulances dient het complexe pallet aan determinanten die gezondheidswinst in de spoedzorg bepalen, bestudeerd te worden.
Tom van de Belt
Op 8 oktober organiseert Acute Zorgregio Oost een thema-avond voor de acute zorgpartners in de regio over de geriatrische traumapatiënt. Osteoporose, valproblematiek en heupfracturen bij ouderen staan op deze avond centraal.
Jaarlijks overlijden gemiddeld 1.800 senioren van 55 jaar of ouder aan de gevolgen van een valongeval. Iedere zes minuten valt een senior zodanig dat behandeling op de SEH van het ziekenhuis noodzakelijk is, dat komt neer op 89.000 senioren per jaar.
Consument en veiligheid is dan ook een campagne gestart om ouderen te informeren over de voordelen van een goede conditie en gezondheid, onder andere door een TV commercial met oud-kunstrijdster Sjoukje Dijkstra. De huidige generatie 55-plussers is actiever dan de generaties daarvoor, zij doen meer aan sport. Het afgelopen decennium is het aantal actieve ouderen in de leeftijd van 55-74 jaar (‘Best Age-er’) ruim verdubbeld. Desondanks is er nog veel te doen voor de professionals in de zorg.
Vele ziekenhuizen startten reeds een poliklinische osteoporose screening en verbeterprojecten voor patiënten met heupfracturen. Ook op andere fronten lopen initiatieven om kennis over ouderen bij elkaar te brengen en te delen met patiënten en andere zorgpartners. De vraag rijst echter hoe wij als hulpverleners de oudere patiënt ook meer eigen regie kunnen geven in screening en behandeling. In onderstaande video over Super Granny blijkt dat er een ver(r)assende kracht verscholen ligt in een kwetsbare groep in onze samenleving.
Hoe zal de (acute) zorg veranderen als ouderen bewust meer eigen regie gaan nemen?
Sivera Berben, Acute Zorgregio Oost
Gisteravond was het dan zover. De officiële lancering van Webicina, de medische web 2.0 pagina die een een stap moet betekenen richting nieuwe zorg. Zorg die is afgestemd op de verwachtingen van de nieuwe generatie patiënten, ook wel e-patients genoemd.
De bedenker en oprichter van webicina is Bertalan Meskó, die naast geneeskundestudent ook de bedenker is van de weblog scienceroll. Deze weblog is enorm populair onder zorgverleners en onderzoekers en bevat de laatste informatie en discussies over web 2.0 en andere nieuwe ontwikkelingen rondom zorg.
Meskó verwacht dat nieuwe web 2.0 ontwikkelingen een revolutie teweeg zullen brengen bij de communicatie tussen zorgverlener en patiënt. Ook zal de communicatie tussen zorgverleners n patiënten onderling gaan veranderen. Daarom heeft hij webicina bedacht. Hij wil hiermee een brug zijn tussen de ouderwetse zorg en de nieuwe zorg.
Dit is nodig omdat e-patients vaak zeer goed geïnformeerd zijn over hun aandoening en de behandeling daarvan. Verder weten ze waar ze de gewenste zorg kunnen halen. De zorg moet hierop inspelen en aan gaan sluiten bij de vraag van patiënten. Het is uit de tijd dat patiënten achter de zorg aanlopen en zomaar alles aannemen van hun arts. Zorgverleners dienen daarom anders en beter bereikbaar te zijn, bijvoorbeeld via nieuwe communicatie zoals skype, twitter en videoconferenties.
Voor de kwaliteit van de geleverde zorg biedt webicina ook kansen. Zorgverleners kunnen gemakkelijk op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en hierover discussiëren met collega’s. Verder zijn ze op de hoogte van wat patiënten weten over hun aandoening zodat het patiëntencontact efficiënter en sneller kan verlopen.
Het lijkt een schitterende ontwikkeling dat met webicina nieuwe ontwikkelingen daadwerkelijk gebruikt gaan worden. Het is nu afwachten wat professionals en patiënten er in de praktijk mee gaan doen.
Tom van de Belt
In deze video van The Today Show bespreken een tweetal Amerikaanse artsen hun ervaringen met hun voornamelijk virtuele praktijk.
Daarnaast wordt ook in gegaan op de keuze van een van de artsen om uitsluitend nog huisvisites af te leggen.
Een van de bekendere praktijken is de San Francisco On Call Medical Group, Inc.
Ook in Nederland is een dergelijk systeem in discussie. De organisatie SOS-Arts probeert een dergelijk initiatief in navolging van andere landen ook in Nederland van de grond te krijgen. Vooralsnog is de financiering langs de weg van de NZa niet niet gegarandeerd, wel is inmiddels een experimenteerstatus aan de organisatie toegekent.
Nipo heeft op verzoek van SOS-arts een steekproef gedaan naar onder andere de wenselijkheid van deze werkvorm. Waaruit in ieder geval een aanzienlijke mate van wenselijkheid door de geïnterviewden aan de orde kwam.
De toekomst zal moeten leren in hoeverre er aansluiting gaat ontstaan tussen de klaarblijkelijke behoefte en het aanbod.